Het is weer paddenstoelentijd, en dat merk je. Een zeer tot de verbeelding sprekende zwam is de biefstukzwam, die parasiteert op bomen. Biefstukzwam komt veelal voor op eik en soms op tamme kastanje. Die moet dan al een eindje heen zijn, maar een oude stronk mag ook. In dit vroege stadium zie je dat nog niet, maar uiteindelijk groeien ze uit tot grote, dikke, zachte platen. Een biefstukzwam van vijfentwintig centimeter breed is geen uitzondering. Op de hoed zijn de paddenstoelen donkerrood, en onderaan zie je een dikke laag okergele buisjes. De eerste volgroeide exemplaren zijn al gevonden. Zo verleidelijk als ze eruit zien om je tanden in te zetten, het eten van een biefstukzwam is niet echt aan te raden. Eiken zitten vol looizuur en dat is niet lekker. Naar biefstuk smaakt hij in ieder geval niet.
Dit artikel bevat in totaal 297 woorden.