Een man die terugkomt van een feestje en zijn hond nog even uitlaat, stuit midden in de nacht op een verdachte situatie bij de fietsenstalling van het NS-station in Deventer. Daar rommelen twee mannen bij een fiets, alsof ze het slot proberen te forceren. De Deventenaar spreekt hen daarop aan, maar krijgt later de schrik van zijn leven: één van de mannen achtervolgt hem en valt hem aan.
Dit artikel bevat in totaal 295 woorden.