Het oppervlak van Ariel, een maan van de ijsreus Uranus, is bedekt met een laag kooldioxide en dat is ontdekt met de Webb ruimtetelescoop. Ariel kijkt door de getijdewerking altijd met één en dezelfde kant naar Uranus en de laag kooldioxide bevindt zich aan de kant die van Uranus is afgericht. Uranus staat weliswaar twintig keer verder van de zon dan de aarde, maar toch blijkt ook daar de kooldioxide van bevroren toestand in gas te kunnen veranderen en de ruimte in te kunnen verliezen. Ariel verliest daarmee kooldioxide, maar het lijkt continu te worden aangevuld. Eerder dacht men dat kooldioxide zou kunnen worden aangevuld door de zogeheten radiolyse, waarbij er een interactie is tussen het oppervlak van Ariel en de geladen deeltjes in de magnetosfeer van Uranus. Maar een recente studie wijst er op dat een ondergrondse vloeibare oceaan een logischer verklaring is.
Dit artikel bevat in totaal 336 woorden.