Naast de reguliere training – twee keer per week – waarbij ik wat voorstellen richting atleten mag doen, doe ik op maandagochtend in mijn uppie een bescheiden duurloopje. Ik kom uit een net gezin met dito opvoeding, zodat ik een ieder die ik tijdens het hollen tegenkom, een welgemeend “goedemorgen” wens. Jongeren begroet ik met een informeel “hoi” of “hallo” aangezien mij dat passend voorkomt.
Dit artikel bevat in totaal 326 woorden.