De elektronische toevoegingen zijn het meest opvallend in de nieuwe richting van Ko Ko Mo. De synthesizers, prominent aanwezig in verschillende tracks, doen denken aan The Who in hun meer progressieve periodes. Deze moderne aanpak zorgt voor een interessante spanning met de rauwe rockenergie die het duo van nature uitstraalt. Moutons androgyne stemgeluid komt op dit album beter tot zijn recht dan ooit, vooral in de ingetogen momenten. ‘Dancing Alone’ en ‘Bottle for Two’ tonen een kwetsbaarheid die doet denken aan Elliott Smith, een verrassende maar welkome nieuwe dimensie in hun werk. Deze ballads bieden een welkome afwisseling tussen de meer uptempo nummers. De gitaarpartijen blijven indrukwekkend zonder te vervallen in nodeloze virtuositeit. Met name ‘Wheels of Fire’ vangt de essentie van Ko Ko Mo’s live-energie, waarbij de spanning perfect wordt opgebouwd naar explosieve climaxen. Grosmolards drumwerk is strak en functioneel, al mist het soms wat natuurlijke dynamiek door de gepolijste productie.
Dit artikel bevat in totaal 308 woorden.