Toen Mozart in 1781 in Wenen aankwam om daar het muzikale landschap voorgoed te veranderen was muziek nog een privilege voor de adel en het hof. Niet voor niets hengelde Mozart jarenlang naar de titel van Hofcomponist; uiteindelijk werd hij Kammercomponist, een mindere maar toch welkome titel. Maar Mozart was ook de eerste musicus die er in slaag de om zonder vaste betrekking helemaal in zijn eigen levensonderhoud te voorzien: hij was de succesvolste ZZP’er avant la lettre . Behalve zijn fabelachtige componeersnelheid – hij kon een compositie opschrijven terwijl hij een andere in zijn hoofd componeerde – begreep hij ook waar het publiek behoefte aan had. Zo wist hij de ene na de andere ‘tophit’ te componeren. In Mozarts woorden:” … de passages voor de kenner zijn zo geschreven dat ook de liefhebber er door wordt meegenomen, al weet hij niet waarom.”
Dit artikel bevat in totaal 332 woorden.