Eind jaren ’50 staat hij zich als jongetje, samen met z’n broers en vader, al in de ‘hairpin’ in Fleringen te vergapen aan de ronkende motoren tijdens de motorraces van Tubbergen. Op die plek, in de haarspeldbocht waar de coureurs vol in de remmen moeten, heb je het beste zicht op de coureurs. Daar ook wordt de kleine Theo, jongste telg uit een motorgek gezin met 10 kinderen uit Lonneker, besmet met het motorvirus. En hij weet: “Dit wil ik ook.â€
Dit artikel bevat in totaal 681 woorden.