Ik had de witte stukken en zelden zo heerlijk uit de opening gekomen. Ik was heer en meester over de velden en het moet gezegd worden maar ik genoot toch wel een beetje van het overwicht wat mij pardoes en onverwacht ten deel viel. Tot het moment dat ik niet de juiste volgorde van het verplaatsen van de stukken wist vast te houden waarna natuurlijk alles donderend als een kaartenhuis instortte. Het moet aan de overkant van de straat te horen zijn geweest. Het is verbazingwekkend hoe snel dat ook kan gaan. Schaken is een spel waarvan vast staat dat de winnaar heeft gewonnen. Bij andere bordspellen is deze waarheid ook zo mogelijk geldig maar minder pijnlijk voor de verliezende partij. De verliezer is hoe dan ook de sigaar. Zoals deze avond. Ik neem u graag mee op dit avontuur, let vooral op zet 21 van wit. Hierna zit ik ineens anders op mijn stoel. Alsof deze niet is gemaakt om de knieën naar binnen te buigen. Het gevoel op dat moment is waarschijnlijk voor vele schakers universeel en herkenbaar. Het interne dialoog is vooral gericht op de gedachte waarom de schaker met schaken is begonnen. Waarom geen spel waarbij geen verliezers zijn te benoemen. Een spel wat eeuwig een plezierige voldoening geeft. Nijkerk heeft vast een club waar zulks zich afspeelt. Ik zie ook altijd verdacht veel gelukkige gezichten op het dorpsplein voor de Hema. Gezichten die ik niet vanuit de schaakwereld herken.
Dit artikel bevat in totaal 468 woorden.