De meeste Amsterdamse huishoudens wonen fysiek of financieel passend of ruim. Zo'n 9 procent woont te klein, 17 procent te duur en 1 procent zowel te krap als te duur. Vooral jongere huishoudens (18-38 jaar) en bewoners van particuliere huurwoningen wonen relatief vaak te duur. Aan de andere kant woont één vijfde van de huishoudens zowel groot als relatief goedkoop, waarvan de helft eigenaar-bewoner is, en ook vaak ouder. Dit staat in nieuw onderzoek van de gemeentelijke afdeling Onderzoek & Statistiek (O&S).
Dit artikel bevat in totaal 451 woorden.