Het is een mooie zomermiddag in het stadshart. Ik slenter op de Markt op zoek naar een vriend, maar kan hem niet vinden. We hadden toch hier afgesproken. Hij zal vast weer via de bibliotheek onderweg zijn. Ik besluit om plaats te nemen op een van de banken bij de fontein. Ik geniet van de jonkies die gillend wegspringen als het water weer opspuit. Plotseling neemt een oudere dame van achter in de zeventig plaats naast mij.
Dit artikel bevat in totaal 731 woorden.