Zo begint het gedicht van Jan Prins uit 1937 en bijna een eeuw later leest een migrantenzoon de woorden met trots en herkenning. Of Prins (1876-1948) dat ooit had voorzien is gissen, ofwel onwaarschijnlijk, en ik vermoed dat hij zich na het Duitse bombardement op Rotterdam enkele jaren later sowieso moeilijk kon voorstellen hoe de stad er na de wederopbouw uit zou komen te zien. Maar zijn woorden leven voort, ook al gaan ze over het Rotterdam dat er niet meer is.
Dit artikel bevat in totaal 1646 woorden.