Een giftige schorpioen, die niet kon zwemmen, wilde eens een rivier oversteken. Na enige aarzeling wilde een kikker hem wel op zijn rug meenemen: als de schorpioen hem halverwege zou steken zou die zelf ook doodgaan, dus dat zou hij vast niet doen. Maar het was precies wat er gebeurde. Vlak voor ze allebei verdronken vroeg de kikker nog waarom de schorpioen had gestoken. „Ik ben een schorpioen”, antwoordde die, „en dat doen schorpioenen nou eenmaal.”
Dit artikel bevat in totaal 1949 woorden.