Halil Dogan zit met zijn vrouw in Amstelveen aan het ontbijt als zijn telefoon gaat. „Je moet nu naar kantoor komen”, hoort hij. Het is de Amsterdamse deken van de orde van advocaten. Opsporingsambtenaren willen zijn kantoor doorzoeken – ze staan al voor de deur. „Als je niet open komt doen, gaan ze zelf naar binnen”, zegt de deken. Terwijl hij naar zijn kantoor rijdt probeert Dogan haastig te bedenken waarnaar ze op zoek kunnen zijn. Een drugsdealer? Een terrorist? „Ik doe niet eens strafrecht.”
Dit artikel bevat in totaal 2792 woorden.