Toen Ernest Cole, 26 jaar oud, in 1966 Zuid-Afrika ontvluchtte, wist hij dat hij er nooit meer terug zou keren. Hij zou zijn moeder en zijn zus nooit meer bezoeken, en nooit meer een voet zetten op zijn geboortegrond. „Zuid-Afrika is mijn land – een groot, prachtig land met miljoenen prachtige zwarte mensen, de warmste, meest menselijke in de wereld”, schreef hij in 1968 in het Amerikaanse magazine Ebony . „In de lente verandert het landschap rondom de locations (de gebieden buiten Johannesburg waar zwarte mensen gedwongen zijn te wonen) in een fris groen, en Johannesburg zelf is zo prachtig dat het je bijna de adem beneemt. […] Ja, Zuid-Afrika is mijn land. Maar het is ook mijn hel.”
Dit artikel bevat in totaal 792 woorden.