Ben je op zoek naar de eerste sporen van je leven, dan kun je bij je ouders terecht. Die hebben boven nog een geboortekaartje liggen, of die eerste foto, in dat ene album. Anders zijn er nog de anekdotes over de bevalling, of als het tegenzit de conceptie. Met het eerste spoor van mijn leven is iets anders aan de hand; dat is journalistiek proza geweest. In 1974, twaalf jaar voor mijn geboorte, schreef mijn vader een artikel in het laatste nummer van het underground-tijdschrift Aloha . De titel: ‘Als ik een zoon had…’ Wat volgt is een opsomming van wat hij zou doen, mocht hij ooit een zoon krijgen. De interessantste passage: ‘Vanaf dat hij 1 is, gaat hij op een kresj (sic). Het is belangrijk dat hij zich aan zo veel mogelijk mensen hecht.’ Voor mijn verdere opgroeien kan ik er oude columns van mijn moeder bijpakken, die destijds in deze krant verschenen. Zij schrijven / schreven, en hun twee zoons doen dat ook. De Poolse dichter Czeslaw Milosz zei ooit: ‘Als in een gezin een schrijver wordt geboren, dan is ’t gedaan met dat gezin.’ Maar wat gebeurt met een gezin als alle gezinsleden schrijver zijn?
Dit artikel bevat in totaal 2427 woorden.